Het verschil tussen onmogelijk en mogelijk ligt in vastberadenheid.
Een klant heeft zijn bedrijfsactiviteiten beëindigd en is met een financiële kater blijven zitten. Toch blijft er salaris berekend worden vanuit de B.V. met de daarbij behorende afdrachten richting de Belastingdienst; er wordt niet gewerkt voor de B.V.
Toen ik deze stukken onder ogen kreeg, was mijn reactie als volgt. Iemand die niet werkt krijgt niet maar zo elke maand salaris overgemaakt. Wat er berekend is, moet wat anders geweest zijn, namelijk een vergoeding als aandeelhouder, dividend dus. Maar om dat als Belastingdienst te kunnen belasten, moet er wel winst zijn en die was er niet. In de daarop volgende discussie met de Belastingdienst waarbij tot twee keer toe op het laatste moment een rechtszaak door mij werd afgeblazen, omdat de Belastingdienst uiteindelijk haar verzet opgaf, is voor deze klant uiteindelijk € 20.000 teruggehaald aan diverse heffingen en AOW-uitkering. De klant was hiermee zo blij, dat hij mij op een etentje trakteerde. De aanhouder wint, kun je hier wel zeggen.